555133 - 555144 B 400 Opzoeken van onregelmatige anti-erythrocyten antilichamen met behulp van minstens een antiglobuline test via indirecte methode op een panel bestaande uit gefenotypeerde rode bloedcellen met een minimum van 18 antigenen #(Maximum 1) (Cumulregel 332) (Diagnoseregel 34) Bron: RIZIV website op 01/08/2025555170 - 555181 B 200 Titreren van onregelmatige anti-erythrocyten antilichamen in geval het opzoeken positief is, per antilichaam #(Maximum 3) Bron: RIZIV website op 01/08/2025555192 - 555203 B 1000 Identificeren van onregelmatige anti-erythrocyten antilichamen met behulp van minstens twee technieken (tenminste twintig antigenen) #(Maximum 1) Bron: RIZIV website op 01/08/2025