Analyse

Antwoordtijd:
Maximaal 24 uur na ontvangst
Uitvoeringsfrequentie:
Dagelijks
EQC Deelname?:
ja

Referentiewaarden

Leeftijd Man Vrouw
< 6 j 0.16-0.39 mg/dl 0.16-0.39 mg/dl
6 j - 12 j 0.26-0.77 mg/dl 0.26-0.77 mg/dl
12 j - 50 j 0.67-1.17 mg/dl mg/dl
50 j - 120 j 0.67-1.17 mg/dl mg/dl

Wetenschappelijk

Wetenschappelijke Info:

Testindicaties:


Bij deze test wordt de creatinine concentratie in het bloed bepaald.

De arts zal een bepaling van de creatinine concentratie uitvoeren ter evaluatie van de nierfunctie. Het wordt, samen met bepaling van de eGFR , beschouwd als de ideale screeningstest voor opsporing van nierinsufficiëntie en wordt aldus, evt. samen met de ureumconcentratie zeer frequent aangevraagd als ‘routinetest’ en ‘algemene check-up’ bij gezonde individuen, alsook bij specifieke indicaties (bvb. acute nier(bekken)ontsteking of risicofactoren voor nierinsufficiëntie zoals diabetes). Ook zijn de creatinine concentratie en de eGFR zeer nuttige parameters om de evolutie van de nierinsufficiëntie (‘nierfalen’) op te volgen.

Een andere indicatie voor een bepaling van het creatinine is voor het voorschrijven van geneesmiddelen die grotendeels door de nier gemetaboliseerd worden, alsook voor het uitvoeren van beeldvormingsonderzoeken (bv. CT-scan) waarbij gebruik gemaakt wordt van contrastmiddelen die mogelijks toxisch zijn voor de nieren. In die situaties is het belangrijk om de nierfunctie op voorhand te kennen.

Een bepaling van de creatinine concentratie zal vrijwel steeds gecombineerd worden met bepaling van de eGFR (creatinineklaring cfr. MDRD of CKD-EPI formules), een parameter die een schatting geeft van de glomerulaire filtratiesnelheid van de nier, en een afgeleide is van de creatinine serumconcentratie. 


(Patho-)fysiologie:


Creatinine is een afvalproduct (‘metaboliet’) dat ontstaat uit het metabolisme van creatine en creatinefosfaat in de skeletspiercellen. Creatine is in de skeletspiercellen aanwezig onder de vorm van creatinefosfaat, dewelke fungeert als een soort energiebron voor ATP in skeletspiercellen. De vorming van creatinine gebeurt +/- aan een constante snelheid: 1 à 2% van het creatine wordt per 24u omgezet in creatinine.

De creatinine concentratie in het bloed is het netto resultaat van de aanmaak min de eliminatie van creatinine.

Creatinine is, in tegenstelling tot ureum, iets minder onderhevig aan extrarenale factoren (bvb. voeding en hydratiestatus) en dus zegt dus t.o.v. ureum meer specifiek iets over de toestand van de nier. Het is wel zo dat, aangezien creatinine afkomstig is van creatine uit skeletspiercellen, de creatinine concentratie afhankelijk is van de lichaamsbouw van het individu (spiermassa, lichaamslengte, gewicht, geslacht, leeftijd etc.). Er gelden bijgevolg verschillende referentiewaarden voor het creatinine afhankelijk van leeftijd en geslacht. Bij individuen met een lage of hoge spiermassa zal de eGFR (geschatte glomerulaire filtratiesnelheid) respectievelijk een overschatting en onderschatting geven van de reële nierfunctie.Creatinine wordt via de nieren gemetaboliseerd (renale klaring) en alzo via de urine uitgescheiden. De renale klaring bij creatinine houdt in dat er hoofdzakelijk glomerulaire filtratie, beperkte tubulaire secretie en nauwelijks reabsorptie plaatsvindt. Bijgevolg is de creatinine concentratie een goede maat voor de nierfunctie (zuiveren/filteren van het bloed door afbraakproducten af te voeren via de urine). Door de geringe tubulaire secretie is de creatinine klaring echter een lichte overschatting van de werkelijke glomerulaire filtratie.

 

De belangrijkste oorzaak van een verhoogde creatinine concentratie in het serum is een verminderde werking van de nieren (‘nierinsufficiëntie’). Bij nierinsufficiëntie gaat de functie van de nieren achteruit, met een gedaalde glomerulaire filtratie (afvalstoffen worden minder goed uitgefilterd) tot gevolg, waardoor het creatinine zich gaat opstapelen in de bloedbaan.

De oorzaak van de nierinsufficiëntie kan van prerenaal, renaal of postrenaal oorsprong zijn. Mogelijke prerenale oorzaken zijn: dehydratie, hartfalen, bepaalde medicatie (bvb. diuretica, sommige antihypertensiva). Renale nierinsufficiëntie t.g.v. aantasting van de glomeruli kan te wijten zijn aan: hypertensie, diabetes mellitus, systemische lupus erythematosus, amyloïdose (auto-immuunziekte), glomerulonefritis en gebruik van ACE-inhibitoren (antihypertensivum). Renale nierinsufficiëntie t.g.v. aantasting van de tubuli kan te wijten zijn aan: acute/chronische pyelonefritis, hemolytisch uremisch syndroom (HUS), multipel myeloom (MM), hypercalcemie, hyperuricemie, nefrotoxische medicatie (bv. aminoglycosiden, rifampicine, cisplatinum) en toxische stoffen (bv. lood). Mogelijke postrenale oorzaken zijn: urolithiasis, vergroting van de prostaat en maligniteiten van blaas en prostaat.

Andere oorzaken van een verhoogde concentratie creatinine concentratie zijn endocriene stoornissen (bvb. hypothyroïdie) of overmatige spierafbraak (bvb. rhabdomyolyse of door trauma).

Een daling van de creatinine concentratie worden gevonden bij oudere individuen, zeer magere individuen, situaties van cachexie, zwangerschap, etc. 

 


Betekenis van het resultaat:


Daling (meestal onschuldig):

o   Afname van de spiermassa, bvb. ten gevolge van:

§  Zeer magere individuen (‘cachexie’)

§  Oudere leeftijd

§  Bedlegerigheid of rolstoelgebondenheid

o   Hyperthryoïdie (te sterk werkende schildklier)

Verhoging:

o   Nierinsufficiëntie (nierfunctiestoornissen), bvb. t.g.v. een

§  Prerenale oorzaak (onvoldoende bloedtoevoer naar de nier), bvb. t.g.v.

·         Uitdroging (verminderde hydratie)

·         Shock

·         Hartfalen

·         Vaatziekten

§  Renale oorzaak (oorzaak te situeren in de nier zelf), bvb.

·         Acute/chronische nier(bekken)ontsteking (‘pyelonefritis’ of ‘glomerulonefritis’)

·         Schade door schadelijke stoffen of medicatie

§  Postrenale oorzaak (processen die de afvoer van urine bemoeilijken), bvb.

·         Nierstenen

·         Vergroting van de prostaat

·         Maligniteit (‘kanker’) van de blaas of prostaat

o   Trauma (spierafbraak door spierschade)

 

o   Hypothyroïdie (verminderde werking van de schildklier)


Aandachtspunten:

Nomenclatuur

Nomenclatuurcode:
540234
Beschrijving:
540234 - 540245 B 250 Doseren van carboxyhemoglobine #(Maximum 1) (Cumulregel 333)
Bron: RIZIV website op 01/05/2024

Laatst gewijzigd op

2023-09-07 11:56:00