Kamertemperatuur of 4 - 8 °C: 4 uur
Leeftijd | Man | Vrouw |
---|---|---|
21.0-31.0 mmol/l | 21.0-31.0 mmol/l |
De bicarbonaatwaarden zijn afhankelijk van de gebruikte testmethode en daarom variëren de referentiewaarden per laboratorium. 22-29 mmol/l wordt echter veel gebruikt. Een verhoogde of verlaagde hoeveelheid bicarbonaat in het bloed betekent dat er problemen zijn bij het in stand houden van het zuur-base evenwicht of dat er iets mis is met de elektrolytenbalans. Beide problemen kunnen veroorzaakt worden door heel veel verschillende ziekten. Aanvullend onderzoek moet meer duidelijkheid brengen. Ook gebruik van medicijnen kan zowel verhoogde als verlaagde bicarbonaatwaarden veroorzaken.
Deze test meet de hoeveelheid bicarbonaat in het bloed. Het is een negatief geladen ion, ook wel elektrolyt genoemd. Met behulp van bicarbonaat is het lichaam in staat om de zuurgraad van het bloed (zuur-base evenwicht) in stand te houden. Verder zorgt bicarbonaat, samen met de andere elektrolyten natrium, kalium en chloride, voor de elektrische neutraliteit van cellen. Bicarbonaat kan worden uitgescheiden en opgenomen door de nieren. Dit betekent dat, afhankelijk van de hoeveel bicarbonaat die het lichaam nodig heeft, de stof kan worden vastgehouden of uitgeplast.
Bicarbonaat wordt meestal samen aangevraagd met bloedgassen en elektrolyten zoals natrium, kalium en chloride. De test is bedoeld om de zuurgraad en elektrolytenbalans te controleren. Afwijkingen kunnen leiden tot klachten als slapheid, verwardheid, veel overgeven of ademhalingsproblemen.
De dokter vraagt de bicarbonaattest vaak aan bij een routine bloedonderzoek. Verder wordt de bicarbonaattest gebruikt als de patiënt water lijkt vast te houden of verschijnselen heeft van uitdroging. Patiënten met nierziekten en hoge bloeddruk hebben vaak een verstoorde elektrolytenbalans. Daarom wordt bij deze patiënten de elektrolytenbalans in de gaten gehouden met behulp van de bicarbonaattest en/of de elektrolytentest.
Een verhoogde of verlaagde hoeveelheid bicarbonaat in het bloed betekent dat er problemen zijn bij het in stand houden van het zuur-base evenwicht of dat er iets mis is met de elektrolytenbalans. Beide problemen kunnen veroorzaakt worden door heel veel verschillende ziekten.