De schildklier produceert schildklierhormoon, een hormoon dat belangrijk is voor de regulatie van onze stofwisseling.
De schildklier wordt gereguleerd door twee gebieden in de hersenen, de hypothalamus en de hypofyse, via een zogenaamd feed-back systeem. De besturing ligt in de hypothalamus, die via het hormoon TRH (Thyrotropin releasing hormone) de hypofyse aanstuurt. De hypofyse op zijn beurt reageert daarop door een ander hormoon, het TSH (Thyroid stimulating hormone), te maken, en aan het bloed af te geven, om hiermee de productie van hormoon door de schildklier aan te sturen.
De schildklier
De schildklier maakt eigenlijk twee hormonen, namelijk de hormonen T3 (trijodothyronine, ongeveer 20%) en T4 (thyroxine, ruim 80%). Deze hormonen worden aan het bloed afgegeven. T3 is het direct werkzame hormoon, T4 is eigenlijk een soort voorloper-hormoon, dat onder andere in de lever wordt omgezet in het actieve T3. Jodium is een belangrijk bestanddeel van schildklierhormoon: T4 bevat 4, en T3 bevat 3 jodium-atomen. Als er voldoende schildklierhormoon in het bloed aanwezig is, dan wordt dat via een terugkoppeling (feedback) gesignaleerd door de hypothalamus en de hypofyse; deze verminderen hierop de productie van respectievelijk TRH en TSH (het principe van dit regelmechanisme lijkt sterk op dat van een centrale verwarming).
Als de schildklier normaal functioneert, dan is de hoeveelheid schildklierhormoon in het bloed ook normaal. De medische term hiervoor is euthyreoïdie. Wanneer de schildklierhormoon spiegel van het bloed te hoog is, wordt gesproken van hyperthyreoïdie. De term hypothyreoïdie slaat op een aandoening, waarbij de schildklier te weinig hormoon produceert.
Het grootste gedeelte van T4 en T3 is in het bloed gebonden aan eiwitten. De rest is het direct beschikbare oftewel ‘vrije’ schildklierhormoon. Bij bloedonderzoek om te bepalen hoe de schildklier functioneert wordt meestal de TSH-spiegel bepaald, en daarbij ook vaak de spiegel van vrij T4, de hoeveelheid actief T4 in het bloed. De uitslag hiervan verschilt iets per laboratorium, vanwege verschillen in de gebruikte meetmethoden.