Blasten zijn de voorlopercellen van onze mature bloedcellen aanwezig in het bloed, namelijk de witte bloedcellen (neutrofielen, monocyten, lymfocyten) en de rode bloedcellen. Normaal gesproken bevinden de blasten zich in het beenmerg en zijn ze niet aanwezig in het bloed.

Circulerende blastcellen in het bloed kunnen betekenen dat er een ernstige infectie aanwezig is, dat er bepaalde medicatie wordt ingenomen (met bijvoorbeeld een granulocyten kolonie stimulerende factor), dat er processen aan de gang zijn die het beenmerg vervangen of een hematologische maligniteit.

Het meest belangrijke om te herkennen bij een gestegen aantal blasten, is de acute leukemie. Daarnaast kunnen er ook andere hematologische malignitieten aan de oorsprong liggen van een te hoge hoeveelheid blasten, namelijk myelodysplastische syndromen en chronische myeloproliferatieve stoornissen.

Blastcellen hebben eigenlijk geen karakteristieke eigenschappen. Over het algemeen kunnen ze een grote kern hebben, immatuur chromatine, een uitgesproken nucleolus, een donker blauw cytoplasma en een kleine hoeveelheid cytoplasmatische granules.  

Daarnaast kunnen ook andere soorten blasten aanwezig zijn in het bloed die suggestief kunnen zijn voor een lymfoom of leukemie: 

-          Cellen die auerse staafjes bevatten. Deze samengeklitte staafjes of granules in het cytoplasma die aanwezig zijn in blastcellen zijn patognomisch voor acute myeloide leukemie.

-          Kleine lymfoide cellen met een gescheurde nucleus kan gezien worden bij patiënten met een folliculair lymfoma.  

-          Lymfoide cellen met een bipolair villeuze projectie kunnen gezien worden bij patiënten met een lymfoom in de marginale zone van de nier.

-          Lymfoide cellen met harig cytoplasma ziet men bij hairy cel leukemie.

-          Lymfoide cellen met een kern met meerdere lobuli kunnen worden opgemerkt bij patiënten met een T-cel leukemie of lymfoom.

-          Aytpische lymfocyten met een cerebriforme nucleus kunnen worden geizen bij patiënten met een cutaan t-cel lymfoom.