Leeftijd | Man | Vrouw |
---|---|---|
<5 U/ml | <5 U/ml |
Antineutrofiele cytoplasmatische antistoffen (ANCA) spelen een belangrijke rol in de diagnostiek van kleine vaten vasculitis, in het bijzonder granulomatose met polyangiitis (GPA) en microscopische polyangiitis (MPA). Van oudsher worden ANCA opgespoord met behulp van een indirecte immunofluorescentie (IIF)-test op een substraat van neutrofiele granulocyten. In het kader van ANCA-geassocieerde vasculitis (AAV) kunnen 2 fluorescentiepatronen gevonden worden: een granulair cytoplasmatisch patroon (C-ANCA) en een perinucleair patroon (P-ANCA). Indien één van beide patronen gevonden wordt, dient het resultaat opgevolgd te worden met een antigeen-specifieke test om vast te stellen of de ANCA gericht zijn tegen proteïnase 3 (PR3) of myeloperoxidase (MPO).