Kristallen verschijnen in het urinesediment wanneer het oplosbaarheidsproduct van een bepaald component is overschreden.
Kristallen verschijnen in de urine wanneer het oplosbaarheidsproduct van een bepaald component overschreden is. De meeste kristallen hebben geen klinische betekenis. De correlatie tussen het optreden van kristallen (bvb. oxalaat, fosfaat, uraat) en de kans op niersteenvorming is zwak. De hoeveelheid fysiologische kristallen (bvb. uraat, fosfaat, oxalaat,...) kan sterk fluctueren en is o.m. afhankelijk van het dieet. Heel wat farmaca geven aanleiding tot "medicameteuze " kristallen.
Cystinekristallen in het urinesediment zijn daarentegen WEL klinisch belangrijk en wijzen steeds op een erfelijke aandoening, cystinurie.