Clostridium difficile
Diarree, colitis, pseudomembraneuze colitis, Clostridiumdiarree
2 - 25 °C
Dagelijks
Maximaal 24 uur na ontvangst
LABO AZ GLORIEUX
Nee
Kamertemperatuur: 1 dag
Koelkast: 5 dagen
nee
ja
549850 - 549861 B 800 Kweek van Clostridium difficile en opsporen van toxines A of B van Clostridium difficile in faeces (Maximum 1) (Diagnoseregel 37) Klasse 21
Clostridium difficile is een veel voorkomende verwekker van antibiotica-gerelateerde diarree, colitis en pseudomembraneuze colitis. Hoewel ongeveer 2% van de gezonde populatie drager is van deze bacterie, wordt C. difficile voornamelijk nosocomiaal verspreid. Klassieke risicofactoren zijn toediening van antibiotica (waardoor de normale intestinale flora verstoord wordt en C. difficile zich kan vermeningvuldigen) en hogere leeftijd. Symptomen kunnen variëren van milde diarree tot een levensbedreigend toxisch megacolon.
Alle stammen van C. difficile produceren glutamaat dehydrogenase (GDH). Slechts bepaalde stammen produceren twee toxines (toxine A en/of toxine B), die de oorzaak zijn van symptomen na infectie. Stammen die deze toxines niet produceren, zijn niet pathogeen.
Detectie van C. difficile steunt op detectie van het GDH (opsporen van alle stammen van C. difficile), eventueel gevolgd door opsporen van toxigene (pathogene) C. difficile.
Wat moet ik nog meer weten?Het is weinig zinvol C. difficile op te sporen bij kinderen jonger dan 2 jaar, aangezien kinderen van deze leeftijd drager zijn van C. difficile en C. difficile zelden diarree veroorzaakt op deze leeftijd.
Deze bepaling wordt enkel uitgevoerd bij diarree, of op expliciete vraag (bv dragerschap bij immuungecompromitteerden, patiënten in RVT).
Test algoritmeOpsporen GDH:
Enzymatische immunoassay. Op een membraan worden antilichamen gericht tegen GDH geïmmobiliseerd. Het staal wordt vermengd met reagens dat antilichamen bevat gericht tegen GDH en gekoppeld aan peroxidase. Indien GDH aanwezig is in het stoelgangsstaal zal dit gelijktijdig binden aan zowel het antilichaam gekoppeld met peroxidase als aan het antilichaam op het membraan. Na toevoegen van een substraat, dat omgezet wordt door het peroxidase, onstaat een blauwgekleurde lijn. Indien geen GDH aanwezig is in het staal zal geen kleurreactie plaatsvinden en is de test negatief.
Opsporen toxigene C. difficile (bij positieve GDH):
Loop-mediated isothermische DNA-amplificatie (LAMP). Een bepaald gensegment, PaLoc, codeert voor het Toxine A gen (tcdA) en het Toxine B gen (tcdB) bij elke toxigene stam van C. difficile. In deze test wordt het PaLoc gensegment gedetecteerd door targeting en amplificatie van een partieel DNA-fragment.
Mogelijke interferentieGeen interferentie met een groot aantal micro-organismen en substanties (zie bijsluiter)
Benodigd staalvolume100 µl
Detectielimiet10 ng/ml stoelgang
Toegelaten staaltypesFaeces in potje